De dag waar iedere voetballiefhebber reikhalzend naar uitkijkt nadert. Op 12 september gaat de bal eindelijk weer rollen in de Eredivisie. Een mooie dag voor de vele fans dus, maar toch zullen veel van hen teleurgesteld zijn. Want er zijn maar heel weinig plekken in de stadions beschikbaar voor toeschouwers. Iedereen moet op anderhalve meter afstand zitten, dus de clubs kunnen maar éénderde tot een kwart van de stoeltjes in hun stadions benutten. Als het aan professor Ruud Verdaasdonk van de Universiteit Twente ligt, komt daar heel snel verandering in.
Hij ontwikkelde namelijk een nieuw soort beschermingsmiddel dat beter zou werken dan een mondkapje: een beschermkap met een stoffen rand: de CapEazy. En daarmee zou een halve meter afstand genoeg zijn. Zelfs als mensen zingen en roepen. Iets dat supporters natuurlijk graag en veel doen.
Dat het er dan uitziet alsof het publiek bestaat uit imkers – weliswaar in clubkleuren- moeten de supporters en de clubs dan voor lief nemen. De clubs zien het wel zitten, want FC Groningen, Ajax en Heracles zouden al hebben aangegeven mee te willen werken aan een proef. En ex-voetballer Jan van Halst, die het initiatief heeft omarmd, is druk bezig om ook andere clubs enthousiast te krijgen.
Inzetten in de zorg
Eigenlijk was het idee om de beschermkap in te zetten in de zorg. Maar daar blijkt de wet- en regelgeving zo streng te zijn dat het heel moeilijk is om zo’n beschermkap snel in gebruik te nemen. Dat ligt bij het voetbal natuurlijk heel anders. Een proef kan op kleine schaal, als de Veiligheidsregio toestemming geeft. En wie weet gaat het balletje dan heel snel rollen.
De vraag blijft natuurlijk wel of de supporter ermee gezien wil worden. Hart van Nederland peilde dat woensdagmiddag langs de lijn van het trainingsveld van de Enschedese club Vogido.